Mary Boyne, die overhemden maakte voor vier dollar per week, had geen plaats voor liefde in haar leven - alleen voor wanhoop en haat voor de zoon van de man die haar familie in de diepste nood had gestort. Peter Kenwitz hield van Mary, maar omdat hij wiskundige en pessimist van beroep was, was zijn liefde even hopeloos als haar kans op geluk.

Mary Boyne, who made shirts at four dollars a week, had no place for love in her life - only despair and hate for the son of the man who had plunged her family into deepest distress. Peter Kenwitz loved Mary, but because he was a mathematician and a pessimist by trade, his love was as hopeless as her chance for happiness.